Circulariteit in de praktijk

Circulariteit in de praktijk

Mijn collega en ik bezochten afgelopen donderdag 17 mei het Circulaire Economie Festival in Nijmegen. Wij nemen plaats in het bestuur van SHS Delft, Stichting Herontwikkeling tot Studentenhuisvesting Delft en wij houden ons bezig met het (tijdelijk) transformeren van leegstaande gebouwen tot huisvesting voor verschillende doelgroepen.

Met deze projecten worden diverse maatschappelijke problemen aangepakt, zoals eenzaamheid onder ouderen, de afzondering van doelgroepen in de maatschappij en de hoge woningnood onder doelgroepen met een moeilijke positie op de woningmarkt. Op deze manier proberen wij sociale duurzaamheid te creëren in onze projecten. Onze ambitie is daarnaast om het bouwkundig transformeren van vastgoed voor tijdelijke duur op een duurzame en circulaire manier aan te pakken. Hiervoor zijn de eerste stappen al gezet. Zo worden materialen, van groot tot klein, binnen onze projecten zo veel mogelijk hergebruikt. Ook houden we bij het bedenken van ontwerpoplossingen rekening met een eventuele dubbele functie die een element kan vervullen.

Onze deelname aan het CE2018 brengt hopelijk veel inspiratie en informatie over hoe andere, grotere partijen naar circulariteit kijken.

Een van de belangrijke lessen van de dag was het belang van samenwerking. Mensen en bedrijven kunnen meer bereiken door met elkaar te werken en van elkaar te leren. Zo zet Nespresso zich in om de recycling van hun capsules te verbeteren en werken ze samen met aluminiumproducenten en lokale recycling organisaties om het recycleproces te verbeteren van hun capsules. Daardoor worden niet alleen Nespresso capsules meer en beter gerecycled, maar is er een verbetering geweest in de gehele recycle industrie.

Al het materiaal dat wij hebben op de aarde is een limited edition zegt Thomas Rau. “Wat we hebben, hebben we en wat we niet hebben, hebben we niet”. Deze simpele woorden slaan de spijker goed op de kop. Het is dus belangrijk om zuinig en respectvol om te gaan met materiaal. Materiaal is namelijk waardevol en als het afval wordt dan verliest het zijn waarde doordat het identiteit verliest. Hierin ziet Thomas Rau een oplossing en daarom heeft hij het Madaster opgericht. Madaster is een digitale database waarin alle materialen staan beschreven die in een gebouw zijn toegepast. Op deze manier behoudt het materiaal zijn identiteit, ook al wordt het toegepast in een gebouw. Bij het slopen van het gebouw is dan precies duidelijk wat eruit gehaald kan worden aan materialen en wat hergebruikt kan worden. En het stopt niet bij gebouwen: momenteel wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een Madaster voor weg- en railbouw en er zal toegewerkt worden naar een Madaster voor producten.

De technologie ontwikkelt zich steeds meer. Toch zal men een andere insteek moeten hebben bij het ontwerpen van producten. Marcel den Hollander, schrijver van het boek “Products that Last”, vertelde tijdens de dag over de verschillende manier van ontwerpen en produceren en koppelt zo ontwerpprincipes aan businessmodellen. Hierbij zijn verschillende manieren om circulariteit toe te passen. Zo kan een product als service worden aangeboden en in onderhoud blijven van de producent. Ook kunnen producten zo ontworpen worden dat hun levensduur steeds verlengd wordt. Dit kan bereikt worden door producten demontabel te maken, ook wel ‘Design for Disassembly’. Doordat producten uit elkaar gehaald kunnen worden, kunnen alleen kapotte onderdelen vervangen worden en de levensduur van het product verlengd worden. Echter moet dit principe wel vanaf het begin van het ontwikkelen van het product worden meegenomen.

Er is een mentaliteitsswitch nodig. En niet alleen bij bedrijven en consumenten, maar ook in de regelgeving. De huidige wetten en regels weerhouden bedrijven ervan om goed te kunnen leveren. Zo worden gerenoveerde producten en onderdelen minder waard omdat ze niet gloednieuw zijn. De kwaliteit is zelfs vaak beter van dit soort producten en het gebruik hiervan zou gestimuleerd moeten worden, niet ontmoedigd.

Het zal niet mogelijk zijn om een 100% circulaire economie op te zetten. Er zal altijd iets verloren gaan aan materiaal door brand, ongelukken of zelfs de slijtage van rubberen schoenzolen. Toch is het nodig om dit beeld voor ogen te houden. Het idealistische beeld helpt om de mens goed om te laten gaan met de planeet. Er is maar een aarde en die moet met respect behandeld worden. De take-away message voor ons was iets wat Thomas Rau in zijn slotzin zei: “Wij zijn slechts gasten van deze planeet en wij moeten eens beginnen met respectvol omgaan met wat wij hebben gekregen.”