
“Weggooien is zonde!”
Geschreven door Jonathan Tang
Mijn museumkaart gebruik ik maandelijks.
Dat vind ik belangrijk voor het begrijpen van anderen en mezelf.
Om toegang te krijgen tot de exclusievere tentoonstellingen betaal ik bij de museumkassa een klein bedrag extra en wordt mijn kaart gemarkeerd met een museumsticker.
De standaard kleurrijke achterkant van mijn museumkaart wordt hierdoor omgetoverd tot een gepersonaliseerd projectje. Dat de museummedewerkster het rechthoekige museumlogo niet lijnt met de lange zijde van mijn pas zie ik als onderdeel van de bezoekerservaring.

Bron: Museumkaart Nederland
Wel zat mij – met veel tegenstrijd – dwars dat mijn bruine, leren portemonnee door de stickers alsmaar zwaarder werd. Ik kon namelijk ineens bij anderen de indruk wekken dat ik tijdens het afrekenen van mijn schuimige cappuccino met amaretto koekje ook voor hen ging afrekenen. Gelukkig kan de portemonnee tegenwoordig ook vermeden worden door de smartphone als digitaal betaalpas te gebruiken. Over ‘verwachtingsmanagement’ gesproken!
Ondanks deze nieuwe last ben ik tevreden dat mijn museumpas unieker geworden is. De matheid en de platheid is verdrongen door het reliëf van stickers waardoor er een heus sawa landschap is onstaan op dit kleine twee dimensionale vlak van 8,5 bij 5,3. Met wat geduld (en geluk) kan ik met het product van deze rijstevelden boordevol rijst verbouwen om mijn museumkaart circulair te financieren.
In de Delftse kroegen kom ik tegenwoordig regelmatig vergelijkbare beplakte oppervlakten tegen. De oppervlakten zijn dan met name de wc-deuren van de heren. Deze gaan, in tegenstelling tot mijn stuk ontroerend goed, samen met de Rotterdamse wolkenkrabbers de hoogte in en reiken uit naar de door vocht gekromde plafondplaten. De hoogbouw heeft me ineens een mier gemaakt die langs een plint van een gedeelde keuken kruipt of, met wat meer flair, een groen zomer blad wat door de half leegstaande EWI-toren van de Technische Universiteit van zijn tak geblazen wordt.
Toch zijn er afgelopen jaar ook momenten geweest waar ik me juist groter voelde dan ooit. Afgelopen kerstvakantie kwam ik bij een Madrids restaurant op het tussenschot naast het urinoir een voetbalplaatje tegen van de huidige keeper van Ajax. Dit voetbalplaatje was, gek genoeg (!), doorgekrast. Ik had sterk het vermoeden dat dit te maken had met ‘het wonder van Bernabéu’, in maart een jaar geleden. Bij het urinoir keek ik om me heen of er andere bezoekers waren die met gebogen knieen liepen vanwege het ineens lager geworden plafond. Deze waren helaas precies op dat moment niet aanwezig.
Na mijn terugkomst hier in Delft is blijven hangen dat dit voetbalplaatje na een jaar nogsteeds niet overschaduwd is door een nieuwe sticker. Het is weliswaar vergeeld, verminkt en enkele kleurpigmenten hebben zich losgebroken van de onderlaag, toch maakte deze sticker tot dan toe nog altijd fysiek deel uit van de Spaanse hoofdstad. Al was het maar tijdelijk.

Bron: Albert Heijn
Idee is om de 35%-korting stickers van de Albert Heijn toe te voegen aan de hoogbouw van stickers in alle kroegen en restaurants. Met een strategische positionering van de stickers trekken deze evenveel aandacht bij de huidige gebruikers als bij de bezoekers van de zuivelafdeling.
Gebruikers hebben op die manier bij het urinoir, net zoals ik die ene keer, tijdelijk een plek voor zichzelf.
Een plek om te kunnen dromen over de toekomst.
Een plek om zich groot te kunnen voelen in een alsmaar drukker wordende stad.

Bron: eigen foto